Hogere schadevergoeding in hoger beroep
Uitspraak: Herstel van te lage schadevergoedingsvordering
Slachtoffers van strafbare feiten houden hier vaak schade aan over. Ter compensatie van deze schade kunnen zij zich als benadeelde partij in het strafproces voegen en een vordering tot schadevergoeding indienen. Als de vordering niet wordt toegewezen kan de benadeelde partij zich in hoger beroep wederom voegen en opnieuw een vordering indien. Het bedrag dat wordt gevorderd mag het aanvankelijk gevorderde bedrag echter niet overstijgen. Maar wat nu als het in eerste aanleg gevorderde bedrag te laag blijkt te zijn?
Recentelijk stond Monique Nurdogan-Ferwerda in hoger beroep een slachtoffer van verkrachting bij. Ter compensatie van de schade die het slachtoffer door de verkrachting had opgelopen was in eerste aanleg via slachtofferhulp een bedrag van €5.808,21 gevorderd. In hoger beroep voerde Nurdogan-Ferwerda namens het slachtoffer aan dat het in eerste aanleg gevorderde bedrag onvoldoende recht deed aan de gevolgen die zij door de verkrachting had ondervonden. Om deze reden heeft zij het hof verzocht om aan de verdachte een schadevergoedingsmaatregel op te leggen tot een bedrag van €10.000,00. Het hof oordeelde dat het verbod om een hoger bedrag dan het oorspronkelijk gevorderde bedrag te vorderen niet ziet op de regeling van de schadevergoedingsmaatregel en legde dan ook een schadevergoedingsmaatregel ten belope van €9.809,21 op. Zo is de te lage vordering in hoger beroep dus alsnog hersteld.
Uitspraak: Hof Amsterdam, 22 december 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:5430
Contactgegevens
Van Kempen c.s. AdvocatenPostbus 10282
1001 CC Amsterdam
T: 020-6385150
Bezoekadres:
Keizersgracht 62
1015 CS Amsterdam
Routebeschrijving >