Spreekrecht buiten aanwezigheid van de verdachte

Slachtoffers van ernstige strafbare feiten hebben het recht om tijdens een strafzaak het woord te voeren: het spreekrecht. Sinds 1 juli 2016 is dit spreekrecht voor wat betreft de inhoud onbeperkt: het slachtoffer mag spreken waarover hij of zij wil. Maar mag het slachtoffer dit spreekrecht ook uitoefenen zonder dat de verdachte hierbij aanwezig is? Deze vraag heeft Margreet de Boer op 24 augustus 2016 aan de rechtbank Amsterdam voorgelegd, in een zaak waarin zij een slachtoffer van een poging tot doodslag door haar toenmalige partner bijstond.

Namens het slachtoffer verzocht Margreet de Boer de rechtbank om toe te staan dat het slachtoffer haar verklaring ter zitting zou uitspreken buiten aanwezigheid van de verdachte. De raadsman van de verdachte stelde dat een dergelijke uitbreiding van het spreekrecht in strijd zou zijn met het onmiddellijkheidsbeginsel.

De rechtbank oordeelde echter dat van strijd met het onmiddellijkheidsbeginsel geen sprake was, nu de raadsman van de verdachte op de zitting aanwezig was en de slachtofferverklaring op schrift was gesteld, waardoor de verdachte in staat werd gesteld om op de verklaring te reageren. Ook wees de rechtbank op haar plicht om secundaire victimisatie te voorkomen. Deze plicht vloeit onder meer voort uit de Europese richtlijn slachtofferrechten. Met het oog op het beschermen van de belangen van het slachtoffer wees de rechtbank het verzoek dan ook toe.

Uit het proces-verbaal van de zitting van 24 augustus 2016:

“Na beraad in raadkamer deelt de voorzitter van de rechtbank mede dat het verzoek aan de raadsvrouw van het slachtoffer, inhoudende dat zij haar slachtofferverklaring buiten aanwezigheid van verdachte kan voorhouden aan de rechtbank, zal worden toegewezen. De rechtbank acht voldoende onderbouwd dat het voor het slachtoffer van belang is de rechtbank direct toe te kunnen spreken, buiten aanwezigheid van verdachte. De Europese richtlijn slachtofferrechten (Richtlijn 2012/29/EU) geeft de rechtbank de taak de belangen van het slachtoffer te bewaken. Het was wenselijk geweest dit met behulp van technische hulpmiddelen te doen, maar dat is vandaag helaas niet mogelijk gebleken. Het wetboek heeft weliswaar niet voorzien in een specifieke regeling die voorschrijft dat het slachtoffer ook buiten aanwezigheid van verdachte de slachtofferverklaring voor kan houden, maar dat betekent nog niet dat deze bevoegdheid niet bestaat. Bovendien worden de belangen van verdachte voldoende behartigd door het feit dat zijn raadsman ter terechtzitting aanwezig is en het gegeven dat de slachtofferverklaring op schrift is gesteld, waardoor verdachte in staat kan worden gesteld deze slachtofferverklaring, nadat deze door het slachtoffer is voorgehouden en zij de rechtszaal heeft verlaten, te lezen, waarna hij hierop kan reageren. Deze werkwijze levert dan ook geen schending van het onmiddellijkheidsbeginsel of van het recht op een eerlijk proces op. Gelet op voornoemde waarborgen en op de specifieke omstandigheden van het geval prevaleert in dit geval het belang van het slachtoffer dan ook boven het belang van verdachte en het verzoek zal daarom worden toegewezen.”

Van Kempen c.s. Advocaten

Contactgegevens

Van Kempen c.s. Advocaten
Postbus 10282
1001 CC Amsterdam
T: 020-6385150

Bezoekadres:
Keizersgracht 62
1015 CS Amsterdam
Routebeschrijving >